Novio Magum Erratic.
De Nijmeegse Watersteen – Erik Odijk, 2016 3 Augustus 2016.
Inleiding
Dit kunstproject wil een reconstructie bieden van een religieuze praktijk die in het pre-Romeinse tijdperk in het gebied rond de Waal bestaan zou kunnen hebben. De lokale religiebeleving was destijds sterk verbonden met dit oeroude landschap van bronnen, rivieren, bossen en heuvels, en was naar alle waarschijnlijkheid gebaseerd op de verering van een moedergodin. De naam van deze godin is bewaard gebleven door inscripties op oude altaarbeelden: Nehallenia, de watergodin van de Lage Landen. Met deze installatie wordt ook haar betekenis opnieuw tot leven gewekt.
Geschiedenis
Voor meeste officiële historische bronnen begint de geschiedenis van Nijmegen in de tijd van de Romeinse overheersing, waarin de stad een belangrijke rol had als economisch en administratief centrum. Veel van wat er bekend is over de levenswijze van de volkeren in het prehistorische Noord-West Europa is dan ook gebaseerd op de geschriften van de Romeinse overheersers. Daarin komt de godsdienstbeleving van onze prehistorische voorouders echter slechts summier aan de orde, en wordt alles bovendien vertekend door de ‘interpretatio romano’ – de interpretatie van de Romeinse buitenstaanders die een voor hen uitheemse cultuur in kaart brachten. Uit archeologische vondsten kan echter worden afgeleid dat er in deze streek een levendige godsdienst rond een moedergodin moet hebben bestaan. Maar door de eeuwen heen hebben historici en archeologen zich steeds minder kunnen voorstellen bij deze inheemse religie waarin een godin de dienst uitgemaakt zou hebben, en is haar betekenis langzaam uitgedoofd.
Godinnen en mythologie
In vrijwel iedere wereldgodsdienst hebben zich al vanaf het begin vrouwelijke principes gemanifesteerd, in de vorm van godinnen die bekend zijn onder namen zoals Sophie, Lilith, Demeter, Maria of Lakshmi. De Keltische en Germaanse mythologie biedt ingangen om meer te weten te komen over de watergodin Nehalennia, die hier in de Lage Landen werd vereerd. Hoewel bij beschrijvingen van de Germaanse religie altijd eerst de drie belangrijke mannelijke goden Wodan, Donar en Tyr worden besproken, nam de vrouwelijke godin Freya ook een belangrijke positie in. Freya stond voor liefde, seks en vruchtbaarheid – maar ook voor oorlog en dood. Deze dualiteit is vaker aan te wijzen in de verering van godinnen: naast de geliefde en de moeder belichaamt de godin ook de oude wijze vrouw en het doodswijf.
Vanuit de Keltisch mythologie zijn vele godinnen bekend, die vaak reflecties van een moeder aarde-godin zijn. De mannelijke goden daarentegen weerspiegelen het principe van de tribale god. Waar mannelijke goden altijd nauw verbonden waren met de stam, werd de verering van godinnen meer gekoppeld aan het landschap en aan natuurlijke verschijnselen, zoals een rivier, een bos of een bron. Daarbij zijn waterplaatsen – in het bijzonder rivieren en bronnen –altijd plaatsen bij uitstek geweest die met vrouwelijke goddelijke energie werden bezield. In de Keltische wereld werd het samengaan van de twee oerprincipes gevierd tijdens het feest van Samhain, dat ieder jaar plaatsvond op 1 november en dat bekend is gebleven in de traditie van Halloween.
Van de watergodin Nehallenia die aan de oevers van de Waal vereerd werd, kunnen we dus veronderstellen dat ze dualiteit belichaamde, net zoals de andere vrouwelijke godheden dat vaak doen, en dat ze sterk verbonden was aan deze lokatie. Maar net zoals bij de Kelten gebruikelijk was, werd ze waarschijnlijk niet vereerd in een tempel, maar in de vrije natuur. Op enkele kleine altaarbeelden na is er vrijwel niets tastbaars over haar bewaard gebleven, en toen de monotheïstische godsdiensten waarbinnen een mannelijke god centraal staat zich steeds sterker op de voorgrond drongen werd de ooit alomtegenwoordige Nehallenia grotendeels vergeten.
Kunstproject
Het kunstproject De Nijmeegse Watersteen wil de bezoekers daarom uitnodigen om zich een rituele praktijk voor te stellen die hier, in het prehistorische landschap rond de Waal, ooit bestaan zou kunnen hebben. Deze religieuze plek zou ooit ingericht kunnen zijn rond de zwarte steen, het imposante object dat was achtergebleven nadat de gletsjers zich hadden teruggetrokken. In het stroomlandschap van Rijn en Waal komen geen zwerfstenen voor, dus de vondst werd waarschijnlijk van een mystieke betekenis voorzien. Het is voorstelbaar dat de inheemse bewoners er een natuurlijke manifestatie in zagen van de godin Nehallenia die hen voedde en beschermde. De steen had een energie die vooral ‘s nachts voelbaar was en druïdische vrouwen zouden op deze plek hebben kunnen samenkomen om hun godin te raadplegen. Hier zouden ze Samhain hebben kunnen vieren, en de andere belangrijke feesten die hun kalender markeerden: Midzomernacht en het lentefeest Beltane. In een cirkel rond de zwarte steen gezeten vormden ze misschien wel een gezamenlijk orakel, waarvan de kracht rond de duisternis van de nieuwe maan het meest voelbaar was. De vrouwen kwamen hier tot diepe inzichten die tot voorspellingen konden leiden over het gedrag van de rivier en de vruchtbaarheid van het land. Hier, op deze plek, konden ze hun eigen angsten en verlangens rond geboorte, dood en vruchtbaarheid ritueel benoemen en ervoeren ze het sublieme van de indrukwekkende natuur.
Met De Nijmeegse Watersteen heeft Nehalennia haar positie teruggekregen – en roept zij de moderne mens op om de noodzaak van emancipatie te blijven voelen en de vereniging van zowel mannelijke als vrouwelijke principes na te streven. De Watersteen van Nehallenia nodigt uit om stil te staan bij het beleven van een spiritualiteit die niet zozeer verbonden is aan de idealen en principes van een groepering die ver weg is ontstaan, of een conflict dat aan de andere kant van de wereld wordt uitgevochten, maar met een aardsere vorm van mystiek die op lokaal niveau de connectie maakt met de sublieme natuur.
Tekst: Mirjam Vosmeer, 2016