Het schetsontwerp voor Hof Van Holland is een lantaarnpaal gehuld in een huid van groen zand die in morsecode de datum van de oversteek van de Waal uitzend. De lantaarnpaal is gecoat met een messing coating die pas zichtbaar wordt als de groene zandhuid langzaam vervalt. Het groene zand wordt langzaam bruin en spoelt door de regen en de wind langzaam weg waardoor de ‘glanzende’ paal zelf zichtbaar wordt. Iedere maandagavond om 23:00 zendt deze paal 150 maal een morsecode van de datum 19-9-1944 uit en iedere dinsdag middag 150 maal de datum 20-9-1944 waarbij deze precies stopt om 14:57. De eerste tijd is de geplande tijd van de oversteek van de waal en de tweede tijd is de echte tijd dat de oversteek begon. Het interval is de wachttijd. Dit werk wil ik op de zuid-west wal van het fort plaatsen. Als alternatieve locatie zou het bij de T-splitsing van de Oosterhoutse Dijk en de Zalige straat kunnen geplaatst worden.
De aanleiding voor dit ontwerp komt uit mijn eerste plan waarbij ik een uitkijktoren wilde maken voor boven op het fort Beneden Lent. Deze toren was een samensmelting van een hoogspanningsmast en een oud militair vliegtuig wrak. Door het huidige landschap te combineren met de oorlogshistorie kwam ik tot dit monumentale beeld. Op deze toren kwam ik op het idee om een morsecode te laten uitzenden op de top, maar voor dit beeld werd dit te veel informatie. Toen de toren een onrealistisch idee bleek qua budget heb ik het idee van morsecode als beeld als nieuw uitgangspunt genomen.
Een lamp heeft een behuizing nodig en daarvoor heb ik een lantaarnpaal gekozen. De lantaarnpaal heeft voor mij een archaïsche vorm. Tegenwoordig zijn er veel moderne ontwerpen in straatverlichting maar voor mijn ontwerp wil ik een lantaarnpaal die heel duidelijk voldoet aan het idee van een lantaarnpaal; Als je zonder een beeld aan een lantaarnpaal denkt en deze uittekent. Dit ontwerp heeft zijn oorsprong in de historie van het Fort. Het fort is gebouwd in 1862 maar de enige keer dat het heeft militair heeft gefunctioneerd is tijdens de tweede wereldoorlog. Je hebt dus een gebouw dat gebouwd is met een functie maar zijn oorspronkelijke functie bijna nooit heeft waar kunnen maken. Dit ene glorie moment is dan ook het moment dat ik als morsecode heb genomen. Aan de ene kant is het een beeld dat een referentie geeft naar de oorlog, maar aan de andere kant is het ook een beeld dat gezien kan worden als een kapotte knipperende lantaarnpaal. Voor mij is het gebruiken van morsecode een ode aan morsecode als ‘verdwijnende taal’. De ‘archaïsche’ vorm van de lantaarnpaal is voor mij een toekomst monument voor de vorm van de lantaarnpaal die ook ooit zal verdwijnen. Voor mij ligt de interesse in de vorm en de functie van een object of een taal. Veel dingen van vroeger die zien we nu als vorm omdat we de functie niet meer kennen. Een ding kan door het verliezen van zijn functie puur vorm worden. Zoals de kinderen van nu in plaats van antennes rare harken op daken zien.
Het beeld is een ongevraagd monument. Een monument dat aan de oorlog herinnert, maar zonder pathos, want het herinnert in eerste instantie alleen aan banale zaken zoals tijden en tijdstippen. Tegelijkertijd staat het monument voor ‘lichte’ zaken zoals de morsecode, de lantaarnpaal en de verandering van dingen door het verliezen van functie.